Sinds een week of vijf, zes heb ik last van mijn knie. Na de Ronde van Groningen was de knie dikker dan normaal en bijzonder pijnlijk. Een moeilijk te beschrijven pijn onder mijn knieschijf. Met lopen geen pijn, maar met fietsen des te meer. En dus verdween ik in de lappenmand.
Ondertussen zijn we een maand verder en zit er verbetering in. Afgelopen maand heb ik niet veel uren op de fiets doorgebracht, maar mezelf beperkt tot oefeningen bij de fysiotherapeut. Omdat er na drie weken rust nog weinig schot in de zaak zat, heb ik me ook nog na laten kijken door een sportarts. Na wat tests en foto's van de knie kwam hij gelukkig niet tot een schokkende conclusie.
Volgens de fysiotherapeut heet mijn aandoening Retropatellaire Chondropathie en de sportarts bevestigde dit. Een eenvoudiger woord voor Retropatellaire Chondropathie is meisjesknie. Het schijnt dat veel jonge meisjes hier last van hebben. Ik heb het waarschijnlijk opgelopen op Gran Canaria tijdens de uurtjes bergop fietsen.
Het houdt in dat het kraakbeen onder mijn knieschijf geïrriteerd is. Een blessure die vooral door rust moet genezen. De oefeningen die je ervoor kunt doen zijn om de omliggende spieren iets te versterken.
Inmiddels fiets ik op mijn tijdritfiets weer een paar uurtjes in de week. Ik kwam er achter dat het op de tijdritfiets minder pijn deed dan met de racefiets, dus pakte ik mijn Shiv. De afgelopen week zat er iets verbetering in. Van een klein uur tot bijna twee uur.
Gisteren heb ik me serieus getest door een uurtje gas te geven. Ik reed in dat uur ruim 35 kilometer en stapte zonder al te veel pijn van de fiets af. Ook vandaag ging het uurtje op de tijdritfiets naar behoren en was de terugslag van gisteren te verwaarlozen.
Als het herstel zo goed gaat als de afgelopen week, start ik zaterdag in een tijdrit in Warns en zondag op het Clubkampioenschap van ARC Ulysses. En dan kan het seizoen écht beginnen!