dinsdag 6 maart 2012

We zijn begonnen: Groningen 2012


Koers, nee ik noem het liever oorlog. Al bij het opstellen in het startvak tijdens de Ronde van Groningen. Iedereen probeert zo ver mogelijk vooraan te staan om maar goed weg te komen wanneer de vlag van de jury valt. De oorlog begint voordat de koers begonnen is.

Ik heb een goed plekje gevonden. Op de tweede rij, in het wiel van Thomas. Maar ik wil liever nog iets naar voren en probeer tijdens de neutralisatie via de linkerkant op te schuiven. Plotseling verlies ik veel plaatsen, wanneer ik de verkeerde kant van een middengeleider kies. Nou ja, kies... Eigenlijk heb ik niets te kiezen, want rechts van mij rijden nog renners die ook aan de linkerkant van de middengeleider zitten. De bocht draait naar rechts en driekwart peloton komt onder mij door. Klote, nu zit ik alsnog achteraan.

De vlag valt op een boerenlandweggetje in de middle of nowwhere. De wind waait net hard genoeg om het op de kant te krijgen en ik zit achteraan. Ik weet wat dat betekent en vrees het ergste. Vanuit het vertrek rijden we tegen de zestig per uur en het gaat direct op de kant.

Gelukkig voel ik me beresterk en durf ik de gok te nemen om langs de waaiers te rijden. Renners breken stuk voor stuk, maar ik duw m'n versnelling nog een tandje naar beneden en zet aan. In de eerste kilometers rijd ik misschien wel vijftig man voorbij, voordat ik aansluit bij een goede waaier. Het blijkt later het peloton te zijn geworden.

Voor ons rijdt een grote groep, maar achter ons een nog veel grotere groep. Het tempo is prima, en van achter komen weinig renners terug. Ik laat mn benen wat rusten na de inspanning van in het begin. Nog steeds voel ik me prima, op een knieblessure na, maar die is voor latere zorg.

Ook als er op het kantje gereden wordt heb ik het nooit echt lastig, tot er na een uur koers flink tempo gemaakt wordt. Ikzelf kom niet echt in de problemen, maar voor mij komt Pascal dat wel. Hij laat een gaatje en ik durf niet de sprong te maken en hoop dat anderen het voor mij dichtrijden. We komen met een groepje achter het peloton terecht en willen ons terugvechten. Ik neem de groep op sleeptouw en geef telkens gas als ik op kop kom.

Niemand is meer bij machte en het gaatje wordt steeds groter. M'n benen zijn zo goed en dan laat ik me er zo dom afrijden. Met een ultieme poging probeer ik nog naar het uitgedunde peloton toe te rijden, maar ik sterf in het zicht van de haven. De auto's geven gas langs me heen en ik tel de nummers van de auto's af. Bij 26 weet ik dat het einde koers is en dat ik met goede benen terug mag rijden naar de finishplaats.

Ik baal als een stekker dat ik uit koers ben, maar kan er niet te lang om treuren. Mijn benen voelden zo goed aan, dat heb ik bijna het hele vorige seizoen niet gevoeld. Als dit zich voortzet, ga ik nog best mooie koersen rijden dit jaar. Helaas zit ik nu wel stil met een knieblessure. Volgens de dokter een overbelasting die met twee weken rust moet genezen. Ondertussen heb ik ook een astmatest gedaan en met de volgende koers zal ik voor het eerst puffers gaan gebruiken. Volgens de eerste tests had ik ruim 15% minder zuurstof dan wanneer ik een astmamedicijn gebruik.

Over twee weken rijdt het vernieuwde Team Amsterdam de Ronde van Haarlemmerliede en Spaarnwoude. Vorig jaar was dat mijn debuutwedstrijd en was ik niet ontevreden met ruim honderd kilometer. Nu wil ik de finish halen, want dat moet zeker kunnen.
Foto's:Duane van der Geld