Ik voel me lekker. Twee koersdagen in België hebben me zichtbaar goed gedaan. Zaterdag reden we in Zutendaal een schitterende omloop, zondag reden we mooi rondje rond Stok-Kortenaken. Hoewel het regende fietste ik twee heerlijke koersen.
In Zutendaal stonden we nog droog aan het vertrek, maar na een kilometer of 30 begonnen de eerste druppels naar beneden te komen. Die regen in combinatie met een temperatuur die nooit de tien graden bereikte, voelde koud aan. Maar echt koud had ik het nooit. Ik was blij met de regen. Het geeft mij meer zuurstof en het maakt andere renners slechter.
In de regen probeerde ik in de finale nog wat uit te kunnen richten. Ik heb het een maal geprobeerd, maar kreeg direct het peloton op m'n wiel mee. Voor de sprint bergop zat ik wat te ver van achter om nog voor een echt mooie plek mee te sprinten. Ik werd 36e en was daar eigenlijk best tevreden mee.
De volgende reden we veertig kilometer verderop in Stok-Kortenaken een omloop. We brachten de nacht door in een herberg in Bokrijk en trokken vroeg richting Stok. Onderweg kwam ik erachter dat mijn schoentjes nog op de verwarming in de Herberg stonden en dus werd ik terecht gebombardeerd tot clown.
Een kleine omweg door mij, maar wel droge schoenen aan het vertrek in Stok.
Tijdens onze lunch voor de koers scheen de zon nog volop, maar nog voordat het tenue rondom onze torso's gehesen was, regende het pijpenstelen. Het warmfietsen werd verruild voor een plek naast de verwarming in het dorpscafé en vlak voor de start trokken plots 130 renners naar buiten toe. Een frisse, natte koers over 120 kilometers.
Vanaf de start voelde ik me goed. Ik peddelde lekker mee in het peloton en kwam nooit in de problemen, ook al ging het valsplat omhoog of boven de zestig kilometer per uur valsplat naar beneden. Af en toe drukte ik vooraan mn neus aan het venster om te kijken of er nog iets te halen viel, maar de juiste slag was al in de eerste ronde gemaakt.
De regen had plaatsgemaakt voor hagel en na zeven ronden vond de jury het tijd om in te grijpen. De laatste twee omlopen werden geschrapt en na de achtste ronde was de finish. Ik schoot naar voren om nog iets te proberen. Met nog een paar kilometer te gaan sprong ik weg uit het peloton. Ook Florian en Hans schoven mee en zodoende zaten we met drie op acht in het groepje voor het peloton.
Tot een sprintje om de prijzen kwam het helaas niet. Op 500 meter voor de streep sloot het peloton weer aan en ging de strijd om plek vijftien tussen honderd overgebleven renners. Ik liet me uitzakken en werd 94e. Ik ben blij met de gereden koersen en het behaalde niveau. Na mijn blessure reed ik slechts een paar tijdritjes en drie echte trainingen. Natuurlijk is dit nog niet het plafond van mijn niveau, maar de stijgende lijn zit er zeker in.