maandag 28 februari 2011

Het seizoen is begonnen

Regen, kou, valpartijen en bijna een Nederlandse winnaar. De koers in St. Severin leek wat dat betreft een beetje op de Omloop het Nieuwsblad. Ware het niet dat niet Rabobank, maar Team Amsterdam aan het vertrek stond in dit Waalse dorp. Het eliteseizoen is losgeschoten en zal waarschijnlijk niet meer stilvallen.

Met een ploeg van zestien man en drie begeleiders werd de zuidwaartse reis afgelegd. Iedereen heeft de afgelopen maanden de kou getrotseerd om hier een flitsende start te maken. In de regen, in de kou, tussen de heuvels.

Vanuit het vertrek regende het al pijpenstelen en met een kletsnatte outfit en koude vingers trokken we de heuveltjes in. Echt lange klimmen bleven in de openingsfase bespaard en ik kon prima volgen. Na vijf kilometer was de eerste valpartij van het seizoen een feit. Ik was net door en hoorde achter mij een motor tegen de grond gaan. Het gevolg was dat er twee ploegmaten flink gehinderd werden en op achterstand gereden werden.

Voor hen was de koers al vroeg voorbij. Ik handhaafde mezelf prima en voelde mezelf steeds beter worden in de regen. Als een vis in het water was echt een toepasselijk spreekwoord op deze natte dag. De korte klimmetjes verteerde ik goed.

Halverwege de koers ging een tweede motor tegen het asfalt. Ploegmaat Jim kon ternauwernood ontsnappen aan een onzachte aanraking met de ondergrond. Ik zat aan zijn wiel en kon net op tijd uitwijken. Met als gevolg dat wij in de achtervolging op het peloton moesten. Ik voelde mezelf goed een reed het gaatje in een ruk dicht.

Na een kilometer of negentig zat ik slecht geplaatst bij een langere klim. Op 500 meter kreeg ik het zwaar en zakte ik erdoor. Omdat ik al ver van achteren zat, kwam ik, samen met ploegmaat Sandor, met een seconde of twintig achterstand boven. Het groepje waarin wij zaten wilde niet rijden, terwijl in het peloton juist gas gegeven werd.

Sandor en ik deden de achtervolging samen, maar dichterbij kwamen we niet. De achterstand groeide gestaag en na een paar kilometer was het besef aanwezig dat het einde koers was. Ploegmaat Freek sloot van achteruit bij ons aan na een lekke band op een ongelukkig moment. Ook zijn koers was gereden.

Voorin ging Jim sprinten voor de overwinning. Deze zege leek op zak te zijn, maar helaas gingen de handen te vroeg in de lucht. Links van hem drukte een Belg nog net voor hem zijn wiel over de streep. Een klassiek 'Zabeltje' tot gevolg.

De tweede dag stond er een vlakkere rit op het programma in en rond Brustem. De wind speelde aardig op en dat leverde af en toe leuke situaties op. Halverwege de koers ging het flink op de kant gedurende een kilometer of tien. Ik zat halverwege het peloton, maar toen ik omkeek was ik al een van de laatsten. De rest was er al afgereden en ik vermoedde al wat er met mij ging gebeuren.

Een paar kilometer kantrijden verder was het een feit. De wind stond schuin in de rug en het ging erg hard. Ik had mezelf dom uit het wiel van ploegmaat Thomas laten drukken. Opschuiven kon niet meer en juist op dat moment lostte de renners die mij uit het wiel hadden gedrukt. Ik reed nog terug naar Thomas' wiel, maar merkte toen dat de benen niet meer verder wilden. Een tweetal kilometers verder was ik nog niet van het kantje af en werd ik met 57 kilometer per uur gelost. Klote! In de finale sprintte Koos naar plek zes en daarmee was hij de beste Team Amsterdammer.

Ik heb mezelf beide koersen laten aftroeven, omdat ik niet goed geplaatst zat. Ook dat is een kwestie van leren en ervaring opdoen, maar vooral brutaler worden. In ieder geval is de weg naar de top nog lang zat. Volgende week weer een koers!?