De puntenkoers, zestig ronden koers met na iedere tien ronden een sprint voor 5,3,2,1 punten. Een rondje pakken levert twintig bonuspunten op. De puntenkoers is niet alleen heel hard fietsen, maar ook nog slim fietsen. Pijn lijden in benen én het hoofd.
Gelukkig zat ik in de eerste serie, waarin, op papier, minder sterke renners zaten. Ik hoefde slechts af te rekenen met onder andere Peter Schep, Vd Zwet, Van Bon, Raymond Kreder, Jeff Vermeulen. In de andere serie zaten kleppers als Theo Bos, Stroetinga, Michel Kreder, Stam, Markus, Ligthart en Veldt.
Na het startschot keek men de kat uit de boom. Direct demarreren zou funest zijn. Iedereen is fris en countert. Ik besluit de eerste sprint te laten lopen en te hopen dat het tempo er dan iets uit valt. Met nog 52 ronden op de klok gaat het los. Met zestig per uur denderen we op de streep af. Punten pakken zit er niet en ik ben blij dat ik het leven nog heb.
Na de streep trekken een paar Koga-mannen direct door. Ik twijfel of ik mee moet glippen en besluit dat niet te doen. Ik stuur van kop af en laat me weer afzakken naar achteren. Op het moment dat ik boven de groep rij, stuurt Niels van Otterloo, die na mij van kop was gegaan, naar beneden. Daar reed ik al en dus raakte mijn voorwiel van Otterloo's achterwiel.
Ik voel dat ik de controle over mijn wiel verlies, maar er is een belangrijke regel. Druk houden op de wielen. Op wonderbaarlijke wijze houd ik mijn fiets recht, maar ik was kansloos voor de tweede puntensprint.
Gokken op de derde dan maar. Ik zat achteraan de groep in het wiel van Dennis Kreder. Na de tweede sprint werd flink doorgetrokken. Kreder moest lossen en ik zat aan zijn wiel. Klote... Ik moest een gaatje dicht rijden met 55 kilometer per uur. Drie ronden lang reed ik alleen om aan het wiel van mijn voorganger te komen.
Dat waren Brian Lust (volgend jaar mijn ploegmaat) en Niels van Otterloo en die hadden ook alle moeite om het peloton te volgen. Dit was het cruciale moment in de wedstrijd, lossen of niet lossen. Op het tandvlees reden we op de volgende sprint af, maar voor het zover kwam werden we gered door de jury.
De wedstrijd werd vlak voor de derde sprint afgeschoten wegens een brandalarm. Het bleek vals alarm te zijn en de wedstrijd werd aan de balustrade hervat. Ik kon even lekker herstellen en mijn plek weer vinden in het peloton.
De derde sprint werd geschrapt en we hervatten met de vierde. Ik mistte de macht om punten te pakken en hoopte nog op een ontsnapping. Die kwam er voor de vijfde sprint. Drie man waren vooruit. Jenning Huizenga was ook ontsnapt en ik reageerde te laat op Huizenga. Ik sprong er toch achteraan en probeerde hem bij te halen. Ik kwam dichter en dichter, maar niet meer aan het wiel.
Jammer maar helaas, weer geen punt. De laatste sprint kon ik niet meer mee doen voor de punten. Brian sprintte moedig mee, maar werd in de slotmeters voorbij gereden. Beide werden we puntloos uitgeschakeld. Ik heb mezelf weer kranig geweerd tussen het groffe geweld en dat was voor mij de grootste winst. Voor een finaleplek kon ik nog niet meestrijden. Gelukkig heb ik iets om het komende seizoen naar toe te leven. Vanaf nu rijd ik enkel nog ondergeschikte baanwedstrijden en staat alles in teken van het wegseizoen. Vanaf morgen ben ik ook echt lid van ARC Ulysses en Team Amsterdam. Happy New Year!