Het NK journalisten 2010, een slijtageslag in de warmte. Het deelnemersveld was sterker dan ooit en ik was ook sterker dan ooit. Op het spel stond een rood-wit-blauwe tricot, die ik graag om de schouders wilde hebben. Helemaal omdat het parcours gelijk was aan de Tour-proloog en er veel publiek langs de kant stond.
Dankzij Serge van Bikeparts4u.nl kon ik de koers rijden op een 6cm hoge velg-wiel. Ik startte op mijn BMC Pro Machine met Dura Ace en dus hoge velgen. Gecombineerd met mijn zwart-rode Eemland-outfit, zag ik er toch behoorlijk gesoigneerd uit. Samen met de wetenschap dat ik al eens tweede was op het WK voor Journalisten, zagen velen mij vooraf als favoriet.
Maar in het wielrennen is het des te moeilijker om te winnen als favoriet. Tegenstanders rijden meer en meer op jouw wiel en laten je minder makkelijk gaan. Toch lukte het mij om halverwege de koers afgescheiden te raken.
Ik sprong op het goede moment weg uit het peloton en sloot aan bij de, eerder ontstane, 5 man sterke kopgroep. Na mij sloten nog twee renners aan en met acht man hadden we de goede ontsnapping te pakken. Het peloton was al vrij snel op een onoverbrugbare afstand gezet.
Ik keek om me heen en herkende toch zeker één renner. Thijs Zonneveld, ex-profrenner, maar nog steeds een prima wielrenner. De samenwerking in de groep was best redelijk, maar als het tempo eruit viel, trok ik de gang er weer in. In de voorlaatste ronde demarreerde een renner. Wij lieten hem spartelen en toen we de laatste ronde in moesten gaan draaien, reed de ontsnapte renner rechtdoor in plaats van rechtsaf. Hij zette zichzelf buitenspel en wij gingen met zeven man op de finish af.
In de laatste ronde waren er een aantal aanvalletjes. Ik kon overal op reageren en besloot op 3,5 kilometer voor het einde om zelf een versnelling in te zetten. Ik dacht dat ik het wel kon halen, maar had me duidelijk vergist in de nog af te leggen afstand. Achter mij reden Thijs Zonneveld en co behoorlijk door om mij bij te halen. Op een kleine kilometer voor de meet was de hergroepering een feit.
Ik probeerde nog wat krachten te vinden voor de sprint. Op 200 meter zette Zonneveld aan. Er kwam nog een renner over hem heen. Roel van Schalen werd eerste, hij had weinig gedaan in de kopgroep, maar sprintte wel naar de winst. Ik werd vijfde, had niet het geluk dat ze mij de titel gunde. Daarnaast had ik gewoonweg niet de macht om nóg een kilometer door te trekken.
Volgend jaar een nieuwe kans op een journalistentitel. Komend weekend moet ik nog het NK amateurs A rijden. Dat wordt ook een zware rit, waar de weersomstandigheden opnieuw een belangrijke rol gaan spelen.