Aan de start verschenen 160 renners, onderwie de allerbeste van dit seizoen. Het NK wordt namelijk op uitnodiging verreden en dat betekent dat niet iedereen bij voorbaat toegestaan is. Vorige week kreeg ik mijn uitnodiging binnen en dus was ik wel een van de 160 kanshebbers op het rood-wit-blauw.
Ik heb me eigenlijk de hele koers koest gehouden en lekker achterin het peloton gezeten. Ik was me ervan bewust dat dit weleens een gevaarlijke plek kan zijn gezien de moeilijkheid van het parcours. Op het lange rechte stuk werd er tot 55 km/u gereden en achterin vallen dan de hardste klappen. Mijn benen waren goed en als je dan goed oplet hoeft je achterin niet te lossen.
Het kwam slechts een enkele keer voor dat er een grotere groep brak. 20 plekken voor mij kon iemand het tempo niet meer aan en wij leken te moeten lossen. Ik wist dat ik nu voor mezelf op moest komen en zette een spurt in. Gelukkig wist in nog aan te sluiten bij het peloton.
De meeste chaos was telkens weer op het verzorgingspunt. Door de warmte was voldoende drinken een vereiste. Er was slechts een verzorgingsstrook ingericht voor 160 renners en daardoor was het op dat stuk straat vooral gevallen bidonnen ontwijken. Gelukkig ging er al met al niets mis.
Tegen het einde begonnen meer en meer renners vermoeid te raken. In de laatste ronde deed ik nog een poging vooraan te raken. Er was al een grote groep ontsnapt en wij deden niet meer mee om de titel. Vlak voor de slotklim maakte een renner zo'n rare manoevre dat ik direct tien plekken verloor.
Het maakte me niet veel meer uit, want ik ging toch niet meer meespurten voor de 30e plek. Ik reed rustig naar de streep toe en nam genoegen met de 66e plek. Mijn benen waren moe, wat resulteerde in een behoorlijke krampaanval in beide dijbenen. Na 109 kilometer NK zit mijn eerste deel van het seizoen erop. Eerst twee weken de fiets aan de haak hangen en vervolgens weer de draad oppakken richting het WK journalisten in Lierde.