zondag 2 mei 2010

Finalerijden

Desolaat, troosteloos, bedroevend. Deze woorden kwamen in mij op toen ik zondagochtend uit mijn raampje keek. De regen kwam met bakken uit de hemel zetten en de vooruitzichten waren evenmin positief. Ik moest nog wel een klassieker rijden in Brabant, de provincie waar volgens Guus Meeuwis altijd een lichtje brandt.

Met ruim 200 man stonden we aan het vertrek in het dorpje Liessel. Zowaar, het was even droog. Bij het lossen van het startschot kwamen de eerste druppels alweer naar beneden zeilen. Pang, we waren weg voor een geneutraliseerde start van zo'n twee kilometer. Mijn voorwiel was circa vijf centimeter verwijderd van de voorrijwagen, ik starte helemaal vooraan.

Bij de eerste rotonde ging het al gelijk mis. We waren nog geen kilometer onderweg toen een paar jongens al een eerste schuiver maakte. De weg was glad en ze reden te hard over de rotonde. Niet veel later een tweede valpartij, en dat allemaal binnen de eerste drie kilometer. De organisatie besloot de koers opnieuw te neutraliseren. Bovendien waren de spoorbomen gesloten en moesten we even wachten.

Toen we goed en wel vetrokken waren heb ik een plekje middenin het peloton opgezocht. Ik reed lekker mee tussen de wielen en hapte veel zand van mijn voorgangers achterwiel. De koers was niet spannend, maar vanwege de regen was het goed opletten geblazen.

Na een kilometer of 70 koers, schoof ik op naar voren. Ik ging op de eerste rij rijden en hield alles prima in de gaten. Mijn benen voelden lekker en ik wilde per se voorin rijden in de finale. We kwamen steeds dichter bij Liessel, waar nog drie plaatselijke ronden van 10 kilometer gereden moesten worden.

Na 90 kilometer volgde ik een renner van RTC Groenewoud, die in de aanval trok. We waren los met een groepje van vijf renners en kregen een voorsprong van maximaal vijftien seconden. Bij de eerste doorkomst in Liessel, na zo'n 100 kilometer, passeerde ik als vijfde de streep, met een voorsprong van tien seconde op het peloton.

In de eerste ronde werden we teruggegrepen. Talloze aanvalletjes volgden. Een keer of drie zat ik mee, maar telkens werd de aanval teniet gedaan. In de tweede omloop, ging er een groepje vandoor. Ik twijfelde, maar hield mn benen stil. Dom, het was de beslissende demarrage.

Ik probeerde nog wel weg te springen uit het peloton, maar in het wielrennen werkt het dan niet meer. Zo'n peloton reageert dan op alle uitvallen, maar weigert een serieuze achtervolging in te zetten. De koplopers mochten gaan rijden voor de zege. Voor ons restte nog ereplekken.

Ik had mezelf voorgenomen in de laatste ronde nog te demarreren. Bij het bord 'Liessel' op zo'n twee kilometer voor de meet. Met een flinke jump reed ik weg, maar direct kreeg ik tien man op mijn wiel. Voor mij was er geen eer meer te behalen. Rustig liet ik me uitzakken in het peloton en kwam ik ergens middenin over de finish. Ik heb tot diep in de finale meegedaan en had vandaag goede benen. Het stemt me hoopvol voor de toekomst, wanneer het DK tijdrijden gereden wordt en nog een aantal grote amateur A-wedstrijden.