zaterdag 26 maart 2011

Leve de plakbidon

Poeh, ik heb de tweede etappe overleefd. Ternauwernood, dat wel. Voor de start kregen we de mededeling dat de koers niet over 130 kilometer maar over 155 kilometer zou gaan. Waarom, geen idee, maar de koers werd met 25 kilometer verlengd.

De start van vandaag was de finale van gisteren, alleen dan in tegenovergestelde richting. In de finale ging het gisteren op de kant en vandaag gebeurde dat opnieuw. Ik zat in de tweede waaier, waarin ook Florian, Jan en Bram zaten. Na precies een uur koers sloten we terug aan bij de voorste groep en was het peloton weer compact.

De wind speelde een prominente rol deze etappe en zorgde ervoor dat er opnieuw op de kant gereden moest worden. Ditmaal was Florian wel attent en hij zat in de voorste waaier. Jan, door een valpartij voor hem, Bram en ik reden opnieuw in de tweede waaier en probeerden de schade te beperken. Op de stukken bergop had ik het bijzonder lastig en ik moest heel even het wiel laten lopen.

Gelukkig wist ik in de stukken bergaf weer terug te keren en hoopte op een licht herstel van de benen. Dat kwam er niet van, want het enige klimmetje, van de vierde categorie, moest getrotseerd worden. Ik klampte zo lang mogelijk aan, maar moest de groep op een gegeven moment toch laten gaan. Ik zocht een ritme en had geluk dat een Belg zijn fiets stuk reed. Hij kreeg de Team Amsterdam-reservefiets en werd door Jos teruggereden naar mij. Dankzij vele plakbidonnen en de hulp van mijn Belgische vriend, wist ik met een kleine achterstand de afdaling in te gaan. Samen konden we vrij snel terugkeren in de groep met Jan en Bram.

Jan voelde zich goed en nam direct het voortouw in onze 'mongolenwaaier'. Ik was nog niet hersteld en zat af te zien in het wiel. Afrikanen rijden nou niet echt lekker in een waaier en dan kunnen er niet veel naast elkaar op de weg. Gelukkig besloot Jan te demarreren met Bram en liet ons groepje achter.

Met een groep van ongeveer 20 man konden we draaien en naar de finish rijden. Ik herstelde prima en ging meedraaien in de waaier. Mijn Belgische vriend en zijn Nieuw-Zeelandse ploegmaat draaide prima mee en het duurde niet lang voor wij de enige drie waren die nog draaide. De Kameroeners, Argentijnen en Britten zaten ditmaal af te zien in ons wiel.

Na 50 kilometer kopwerk probeerde een Algerijn van ons werk te profiteren en zijn 'frisse' benen te laten spreken. Hij demarreerde met nog tien kilometer te gaan. Ik sprong er met mijn Belgische maat achteraan. Wij hadden al afgesproken de laatste kilometers nog weg te rijden en dus was dit een prima mogelijkheid. We reden onze groep snel op achterstand en kwamen een dik kwartier na de winnaar over de finish. Vandaag rond de 90e plek gefinisht met veel achterstand. In het klassement sta ik nu 91e op een minuut of 22.

Morgen is er een nieuwe dag met opnieuw een klim. Als er weer zo hard gereden wordt als vandaag, wordt het weer heel zwaar. De klim van de derde categorie gaan we proberen te overleven. Als ik morgen overleef staat maandag de koninginnerit te wachten. Afzien dus.