zondag 16 mei 2010

Keihard afzien

De Hel van Brabant moest voor mij een mooi toetje worden na het gewonnen DK tijdrijden. Aanvankelijk zou ik niet meerijden in deze tweedaagse koers, maar fietsmaat Johan belde deze week op. Hij kon zelf niet meedoen, maar vroeg of ik zijn plek in wilde nemen. Ik moest dus als gastrenner fungeren bij de Pedaalridders uit Rotterdam.

Zaterdag meldde ik me in het hotel waar we gingen verblijven. Ik kreeg er een keurig blauw tenue uitgerijkt en kleedde me met mijn teamgenoten om. Ik reed met nummer 71. In een ronde ben je met nummer 1 vaak kopman, maar ik had niet zo veel te eisen.

Om 13.00 uur gingen we van start vanaf het stadhuisplein in Eindhoven. Nadat we geneutraliseerd de stad uit reden, kwamen we na vijf kilometers als op de eerste kasseienstrook terecht. Ik zat erg ver van achteren en liet me verrassen. Voor mij brak het en terugkomen was bijna onmogelijk. Er ontstond een waaier met zo'n twintig man die allen in een geslagen positie zaten.

Ik draaide vollebak mee op kop, want het gaatje moest snel dicht. Het duurde ruim 20 kilometer tot we de aansluiting konden gaan maken. Ik zat op de bumper van de laatste volgwagen toen ik vol in de remmen moest. Valpartij. De weg werd versperd door liggende renners en ik moest opnieuw achtervolgen op het peloton.

Opnieuw gas geven achter het peloton is zwaar, maar ik toonde karakter en na nog eens twintig zware kilometers hervond ik de aansluiting met het peloton. Het kostte veel kracht, maar ik was terug op de plek waar ik hoorde. Ik streed weer mee voor de dagzege.

Niet veel later achtervolgde de pech me opnieuw. Na ruim twee uur koersen reed ik met mijn fiets door een kuil heen. De achterrem liep aan aan het achterwiel en ik moest van de fiets. Rem rechtgezet en weer op de fiets geklommen. Ik zat achter volgwagen zes, maar het was smal en het peloton reed hard. Ik moest opnieuw achtervolgen.

Na zo'n acht kilometer was ik terug en reed ik direct weer naar het midden van het peloton. Het beste was eraf, ik had mijn energie kansloos verspeeld. Na 100 kilometer precies was de koek echt op. We draaiden linksaf en mijn benen verkrampten. Ik besloot in eigen tempo naar de finish toe te rijden.

Na een gezellige avond met de ploeg en een heerlijke Italiaanse maaltijd was het vandaag tijd voor de tweede etappe. Na 45 kilometer doemde de eerste kasseienstrook op van zo'n 45 kilometer. Ik zat op dat moment nog soeverein in het peloton. Zonder al te veel moeite overleefde ik de eerste strook met kasseien, maar er werd vooraan flink doorgetrokken.

Zo'n tien kilometer verderop wachtte de langste kasseienstrook van de dag. Pakweg 2,6 kilometer stenen, maar gelukkig een kantje om in te schuilen. Het kantje bracht zat gevaren met zich mee en dat bleek maar weer halverwege de tweede strook. Het peloton veranderde in waaiers en werd flink uit elkaar geslagen. Ik zat in de derde groep die later veranderde in de tweede groep.

Onze waaier werd door de wind opnieuw uit elkaar geslagen. Ik zat op dat moment achterin, omdat ik mijn kopwerk net achter de rug had. Ik kon het gaatje naar de waaier voor mij niet alleen overbruggen en bleef tussen de twee groepjes in hangen. Langzaam viel ik terug in de derde groep.

Ik kwam terecht in een 'mongolenwaaier' zoals dat zo mooi heet in wielertermen. Er zat niet veel goeds meer in mijn benen en ik wist dat de etappe gedaan was voor ons. De Hel van Brabant eindigde als een echte hel. Nu eerst maar een beetje rusten en dan toewerken naar de DK op de weg.