Vroeger was het heel gewoon om gehandicapten, misvormden of andere gek uitziende mensen op de kermis te zetten. Die tijd is al lang niet meer. In België gebruiken ze de koers voor dit soort vertier. Gisteren was ik onderdeel van een kermiskoers in Hoeleden. Alle 96 kilometers voelde ik mezelf een kermisartiest.
Allereerst was het al inschrijven in de danstent. Geen sporthal, geen café, nee een grote circustent. Het was de afgelopen twee weken kermis geweest in Hoeleden en dan kon de grote tent nog mooi gebruikt worden om de wielrenners in te laten schrijven. Ik mocht starten met nummer 106 en was dus niet bepaald de eerste inschrijver.
Om klokslag drie uur werden wij kermisartiesten losgelaten voor 12 omlopen van 8 kilometer. Het parcours was niet geheel vlak, maar herbergde een paar kleine heuveltjes. Het maakte de koers extra lastig, alhoewel er best goed tegenop te rijden was.
Een paar weken gelden had ik in Zwitserland al eens tussen de eliten en beloften gereden en ook de koers gisteren in Hoeleden was er een van dat niveau. Open voor amateurs, maar bepaald door de eliten. En ik maar harken om het wiel voor me te volgen.
Vanaf het startschot tot de vijfde passage heb ik het moeilijk gehad. Ik ben een 'diesel' die langzaam op gang komt en naarmate de koers vordert, beter wordt. Vanaf kilometer veertig werden mijn benen beter en reed ik lekkerder mee in het peloton.
Eigenlijk is 'lekker' niet het goede woord. De wegen in het Vlaams-Brabantse plaatsje waren zo erbarmelijk dat ik er niet van opkeek als ik weer een band leeg hoorde lopen. Onze zuiderburen leggen in de dorpje nog geen asfalt aan, maar rijden nog steeds over de welbekende betonplaten. Opzich is dat niet zo'n probleem, maar deze wegen hadden zijn beste tijd gehad. Overal zaten gaten en kuilen in de weg en dat leverde hier en daar benarde situaties op. Het wegdek was zo slecht, dat de KNWU een koers op zo'n weg nimmer doorgang zou laten vinden.
Gelukkig gebeurde er geen (of achter me??) ongelukken. Het aantal lekke banden was nog net op twee handen te tellen, maar mijn banden bleven gespaard. Ik kon de koers goed volgen en ging mijn doelstelling, het uitrijden tussen elite en beloften, volbrengen.
Op een tweetal kilometers voor de meet kreeg ik een kwak van mijn voorganger. Kennelijk wilde hij er alles aan doen om een gat in de weg te ontwijken. Hij stuurde vollebak naar rechts en bracht mij in een hachelijke situatie. Ik moest uitwijken en de berm in. Toen ik een paar tellen later weer op de weg verzeilde, zat ik achter het peloton. Het gaatje ging ik niet meer dichtrijden, want mijn benen waren moe. Ik schakelde terug en bolde rustig richting de finish.
Het WK journalisten is al over vier weken in Lierde. Deze koersen rijd ik vooral als voorbereiding om in Lierde goed te zijn. In ieder geval heb ik de eerste van drie kermiskoersen goed doorstaan en begint mijn vorm steeds beter te worden.